De linkse elite en de vergeten arbeider

In hun gezamenlijke boek Gelijkheid voeren de Franse econoom Thomas Piketty en de Amerikaanse filosoof Michael Sandel een diepgravend gesprek over de aard van ongelijkheid in de moderne wereld. Wat begint als een analyse van economische structuren mondt uit in een moreel manifest: een oproep tot herwaardering van werk, menselijkheid en democratische participatie. Maar achter hun betoog doemt ook een ongemakkelijke waarheid op: links heeft zichzelf verraden. Niet door te weinig idealen, maar door hun verankering in een eigen elite – salonfähig, hoogopgeleid, cultureel verfijnd – druk bezig met taalpolitie, inclusiviteitsdebatten en klimaatconferenties waar geen bouwvakker aan te pas komt.  Die laatste heeft andere probleemervaringen. Daarmee raakt links steeds verder verwijderd van de arbeidersklasse die ooit de ruggengraat vormde van hun achterban.

Meer weten?
Gelijkheid
Auteur: Thomas Piketty Michael J. Sandel
Uitgever: Ten Have, 2025
Klik op: https://www.managementboek.nl/boek/9789025913182/gelijkheid-thomas-piketty?affiliate=1910

Historische trend naar gelijkheid: een hobbelige weg omhoog

Piketty opent het boek met een verrassend optimistische boodschap: historisch gezien is de mensheid op weg naar meer gelijkheid. Sinds de Franse Revolutie in 1789 – volgens hem een kantelpunt – is er dankzij sociale strijd en hervormingen een duidelijke tendens zichtbaar: slavernij werd afgeschaft, het stemrecht uitgebreid, vakbonden kwamen op, de welvaartsstaat kreeg vorm. Toch waarschuwt hij: die vooruitgang is niet vanzelfsprekend. Na de egalitaire opmars van de 20e eeuw zijn we sinds de jaren 1980 terug aan het glijden. De oorzaak? Een explosieve groei van kapitaalinkomens, belastingontwijking en het geloof in de onzichtbare hand van de markt.

Markttriomfalisme: de religie van onze tijd

Een centraal begrip in Gelijkheid is “markttriomfalisme”: het blindelings vertrouwen in marktwerking als universeel organiserend principe. Volgens Piketty en Sandel is dit geloof niet alleen economisch destructief, maar ook moreel corrumperend. Onderwijs, zorg, cultuur – allemaal zijn ze onderworpen aan rendementsdenken. De waarde van een handeling of beroep wordt steeds vaker gemeten in geld, niet in maatschappelijke bijdrage. De commodificatie van essentiële sectoren heeft geleid tot dalende kwaliteit, uitgebluste werknemers en afnemende publieke betrokkenheid.

De auteurs pleiten daarom voor een radicale “decommodificatie” van zorg, onderwijs en non-profitsectoren. Deze diensten moeten niet langer als marktproducten worden gezien, maar als publieke verantwoordelijkheden waarin waardigheid en solidariteit centraal staan.

Meritocratie: de tirannie van verdienste

Michael Sandel neemt in het boek een filosofische speerpunt op zich: de aanval op het meritocratische denken. Het idee dat succes volledig te danken is aan persoonlijke inzet en talent, noemt hij de “tirannie van verdienste”. Deze gedachte voedt een samenleving waarin ‘winnaars’ zichzelf moreel superieur achten, terwijl ‘verliezers’ met schaamte en zelfverwijt achterblijven. Het is niet alleen een psychologisch destructief systeem, maar ook een politiek instabiel model: het ondermijnt solidariteit en voedt rancune.

Piketty nuanceert: verdienste mag meetellen, maar alleen binnen een context van gelijke kansen. En echte gelijke kansen bestaan pas als ook het vermogen eerlijk verdeeld is. Daarvoor pleit hij voor stevige erfbelastingen en een universele ‘sociale erfenis’ voor elke jongvolwassene.

Links in verval: hoe de elite de arbeider verloor

Een van de meest ontluisterende delen van Gelijkheid is de kritische zelfreflectie op de sociaaldemocratie. Piketty en Sandel stellen onomwonden dat links haar oorspronkelijke missie is kwijtgeraakt. Wat ooit partijen van en voor de arbeider waren, zijn nu bastions geworden van hoogopgeleide stedelingen, progressieve beleidsmakers en culturele fijnproevers. De arbeider – met zijn praktische beroep, zijn vaak traditionele levensstijl en zijn directe belangen – voelt zich niet langer vertegenwoordigd.

De verburgerlijking van links heeft geleid tot een programmatische verschuiving richting neoliberale compromissen, marktwerking en een haast religieuze fixatie op identiteitspolitiek. Wie zich niet thuis voelt bij dat discours, zoekt zijn heil elders – vaak aan de rechterzijde van het spectrum.

Het is een ironische wending: waar de arbeider zich ooit vertegenwoordigd voelde door linkse partijen, kiest hij nu voor rechts-populisten die tenminste zijn bestaanszekerheid en gemeenschapsgevoel serieus nemen. Ondertussen is links druk met taalpolitie, inclusiviteitsdebatten en klimaatconferenties waar geen bouwvakker aan te pas komt.

Politieke remedies: loting, erfbelasting en waardetoekenning

Tegenover het falende systeem stellen Sandel en Piketty een scala aan alternatieven. Sandel bepleit bijvoorbeeld loting als middel om toegang tot universiteiten of zelfs parlementen eerlijker te maken. Zo zouden privileges minder bepalend worden voor wie invloed krijgt.

Piketty stelt voor dat elke 25-jarige een gelijke ‘startgift’ krijgt – een sociale erfenis die wordt gefinancierd door belasting op grote vermogens. Samen pleiten ze voor een sterk progressief belastingstelsel, waarin ongelijkheid aan de bron wordt aangepakt, niet achteraf via compensatiemaatregelen.

Daarnaast doen ze een oproep tot morele herwaardering: het erkennen van de waarde van beroepen die essentieel zijn voor de samenleving, maar weinig status genieten. De vuilnisman, de verpleegkundige, de buschauffeur: ze houden onze wereld draaiende, maar worden zelden geëerd of goed betaald. Dat moet anders.

De drie dimensies van gelijkheid

Piketty en Sandel breken het begrip ‘gelijkheid’ open in drie dimensies: economisch (inkomen en vermogen), politiek (invloed en participatie) en sociaal-cultureel (status en waardigheid). Alledrie zijn nodig voor een gezonde democratie. En alledrie zijn uit balans geraakt in het huidige systeem.

Economisch is de ongelijkheid grotesk: de rijkste 1% bezit meer dan de onderste 50% samen. Politiek voelen burgers zich machteloos: verkiezingen lijken slechts cosmetische veranderingen op te leveren. En cultureel heerst een hiërarchie van status die opleidingsniveau en inkomen als maatstaven hanteert – ten koste van sociale waardering voor handwerk, zorg of dienstbaarheid.

Internationale solidariteit en klimaat

Hoewel minder centraal in het boek, erkennen de auteurs dat ook grensoverschrijdende problemen zoals migratie en klimaatverandering onlosmakelijk verbonden zijn met ongelijkheid. De armsten dragen de zwaarste lasten van de opwarming van de aarde, terwijl de grootste vervuilers zich vaak kunnen afkopen of verplaatsen. Ook hier pleiten ze voor mondiale herverdeling en een rechtvaardiger politiek systeem waarin ook de stem van het Zuiden gehoord wordt.

Van identiteit naar gemeenschap

De toekomst van links ligt, volgens Piketty en Sandel, niet in het verder uitvergroten van individuele identiteiten, maar in het heropbouwen van gemeenschap. Solidariteit is een werkwoord. Het vereist hernieuwd vertrouwen tussen burger en overheid, tussen arbeider en beleidsmaker, tussen stad en platteland.

Zolang links blijft spreken in termen van diploma’s, beleidsnota’s en morele verhevenheid, zal de arbeider zich blijven afkeren. En terecht. Wat nodig is, is een politieke beweging die weer durft te praten over inkomenszekerheid, eerlijke waardering en het recht op betekenisvol werk – ongeacht of dat werk plaatsvindt achter een bureau of onder een motorkap.

Een nieuw begin?

Gelijkheid is geen blauwdruk, geen ideologisch pamflet en zeker geen verkiezingsprogramma. Het is een zoektocht – intellectueel, moreel, politiek – naar de fundamenten van een rechtvaardige samenleving. Wat Sandel en Piketty samenbrengen, is een diep besef dat ongelijkheid niet alleen over geld gaat, maar ook over erkenning, waardigheid en het gevoel erbij te horen.

In die zin is Gelijkheid ook een ongemakkelijke spiegel voor links. Een confrontatie met de eigen hypocrisie, het eigen comfort en de eigen afstand tot ‘de gewone man’. Maar ook een aanzet tot herstel. Als links bereid is om niet alleen te praten óver de arbeider, maar ook mét hem – zonder betutteling, zonder moreel superioriteitsgevoel – dan is de weg naar meer gelijkheid nog steeds begaanbaar. Maar dan moet ze wel de salon uit.